Belang van bewegen

Voldoende bewegen is een essentieel onderdeel van gezond ouder worden. Het is goed voor je algemene gezondheid (minder kans op hart- en vaatziekten en botontkalking), je lichamelijk functioneren (soepelheid en minder risico op vallen) en je zelfvertrouwen. Uit onderzoek blijkt dat sportief bewegen ook angst en depressie vermindert. Het is nooit te laat om meer te gaan bewegen. Ook met een lichamelijke beperking en op oudere leeftijd kun je op een passend niveau bewegen.

 

Hoeveel bewegen?

Het advies voor volwassenen zonder beperking is om op minimaal vijf dagen per week dertig minuten matig intensief te bewegen. Dit is de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB). Het bewegen kan ook over de dag verdeeld worden in blokken van minimaal tien minuten.

Naast deze norm bestaat de fitnorm. Deze geeft aan hoeveel een gezond persoon moet trainen om het hart, de bloedvaten en de longen in een goede conditie te houden. Hiervoor moet je tenminste drie keer per week minimaal twintig minuten een zwaar intensieve activiteit verrichten. Je hartslag gaat dan omhoog, vaak ga je hijgen en krijg je het warm. Meestal gebeurt dit bij fitness of sportactiviteiten. Onder werken aan fitheid valt naast je conditie ook, het versterken van je spierkracht, het vergroten van je lenigheid en werken aan een gezond gewicht (afvallen).

Het advies is om minstens aan één van deze twee normen te voldoen. Het positieve effect op je gezondheid is groter wanneer je aan beide normen voldoet.